Boeken, posters, kaarten, een spel, liedjes en tips voor
het leren lezen
Tips bij het aanvankelijk lezen, het leren lezen
Betty heeft voor het leren van de letters en cijfers en voor het aanvankelijk (leren) lezen leuke boeken en andere materialen gemaakt.
Klik op het plaatje om op de pagina van het boek of de cd te komen.
Daar vind je informatie en leuke tips.
Scroll naar beneden voor meer informatie en tips.
Zie ook de pagina Van praten naar lezen.
TIP:
Boeken zijn, net als ander speelgoed, leuke verjaardagscadeaus.
Het grote letter- en cijferspel van Tuk
De abc poster letters en dubbelklanken
TIPS PRENTENBOEKEN:
De boeken die Betty geschreven heeft voor peuters en kleuters, zijn natuurlijk in eerste instantie bedoeld om voor te lezen.
Het AVI-niveau varieert echter van AVI M4 tot AVI E6.
Deze boeken zijn door de vele, grote tekeningen heel geschikt voor kinderen van groep 3 en 4, die nog niet zo vlot technisch lezen.
Overigens vinden kinderen die wel vlot lezen het ook nog steeds leuk om prentenboeken te lezen.
_____________________
TIP LATEN ZIEN DAT JE LEZEN LEUK VINDT:
Hoe meer en gevarieerder kinderen lezen, hoe beter ze gaan lezen.
Hoe meer boeken we aanbieden en voorlezen, hoe beter ze straks zelf kunnen kiezen.
Hoe meer we laten zien dat wij boeken lezen leuk vinden, hoe meer kans er is, dat de kinderen dat ook gaan vinden.
_____________________
TIP KIJKEN IN BOEKEN IN DE KLAS:
Geef de kinderen elke dag de tijd om in een boek te kijken, een (bladzijde uit een) boek te lezen, zonder dat ze het hardop hoeven te doen.
Een boek hoeft nooit in één keer uit.
_____________________
TIP JUF OF MEESTER LEEST ZELF OOK TIJDENS STILLEZEN:
Als kinderen een half uurtje per dag in de klas mogen stillezen, lees zelf dan ook: de krant of een boek.
Als je intussen werk gaat nakijken, zullen de kinderen geloven dat dat belangrijker en leuker is dan lekker lezen.
_____________________
TIP DYSLECTISCHE KINDEREN EN/OF OUDERS:
Als een kind moeite met (leren) lezen heeft, dwing het kind dan niet om thuis nog vaker te doen wat hij of zij niet kan.
Vraag aan ouders of ze vaak voorlezen.
Als ze dat doen, laat dat dan zo.
Fijn dat die ouders dat doen.
Het is belangrijk voor de woordenschat!
Lezen ze nooit voor, vraag dan of ze eens voor willen lezen uit een boekje dat u meegeeft.
_____________________
TIP LAAGGELETTERDE KINDEREN EN/OF OUDERS:
Geef ouders waarvan je vermoedt dat ze niet graag lezen en/of voorlezen, een prentenboek mee.
Vraag ze om samen met hun kind naar de plaatjes te kijken en te vertellen wat ze allemaal zien.
Stimuleer ouders die niet voorlezen om veel met hun kind te praten, samen tv te kijken en samen spelletjes te doen, puzzels te maken en te spelen.
_____________________
TIP OVER BOEKEN LENEN BIJ DE BIBLIOTHEEK
Sommige van mijn
boeken zijn niet meer te koop, maar wel in de bibliotheek te leen.Leen boeken uit de openbare bibliotheek.
Daar verdienen de schrijvers, de tekenaars en de uitgevers nog een klein beetje aan.
_____________________
TIP BEELDDENKERS:
Mijn boeken en andere materialen zijn zeer geschikt voor beelddenkers.
Ze bevatten allemaal veel plaatjes.
Ze hebben een rustige bladspiegel.
En vergeet niet: letters zijn ook plaatjes/beelden.
Een plaatje van een aap is een verwijzing naar een aap in de werkelijkheid.
(Een plaatje van) de letter a is een verwijzing naar de klank 'ah' in de werkelijkheid.
De meeste letters van ons alfabet zijn voortgekomen uit tekeningen van dieren, mensen en dingen, waarvan de naam begon met die klank.
De a is voortgekomen uit een afbeelding van een omgekeerde ossenkop met horens.
Het Foenicische woord voor rund is aleph.
Dat woord begon met de ah-klank.
En eigenlijk leren we kinderen nog steeds zo lezen.
Op mijn abc poster en in mijn abc boeken en mijn letterspel heb ik het net zo gedaan.
De a van appel.
Je ziet een plaatje van de a en een plaatje van de appel.
De letter a staat voor de klank a en met die klank begint het woord appel.
_____________________
TIP LEES VOOR UIT BOEKEN DIE JE MOOI VINDT:
Lees alleen boeken voor, als je van boeken houdt.
Houd je echt niet van lezen, zorg er dan voor dat een ander die er wel van houdt, boeken voorleest.
Lees alleen boeken voor die allereerst jezelf aanspreken, waarvan je de plaatjes mooi vindt, waarvan het verhaal of het onderwerp je aanspreekt èn waarvan je denkt dat ze ook de kinderen zullen aanspreken, omdat ze grappig, informatief, spannend of mooi zijn.
_____________________
TIP VOORLEZEN AAN OUDERE KINDEREN:
Blijf voorlezen, ook al kan het kind al lang zelf lezen.
Luisteren als je bijvoorbeeld al lekker in je bed ligt en zelf een beeld erbij kan fantaseren, is belangrijk en erg fijn.
_____________________
TIP LIEDJES GEBRUIKEN
Babygym, Billen Buikje Boelieboem, Circus Pindasaus, Hee koe
Tijdens klassenbezoeken aan groep 3 en 4 laat ik de kinderen meezingen met mijn liedjes.
Ze zien de tekst op het digibord.
Dat vinden ze zo leuk, dat ook teksten die ze 'normaal' niet zouden kunnen ontcijferen, nu toch kunnen lezen.
Voor kinderen die moeite hebben met leren lezen en/of dyslectisch zijn, is het leuk en belangrijk om veel met liedjes en de teksten daarvan te doen.
Het muziekcentrum bevindt zich op een andere plek in de hersenen dan het taalcentrum.
Dyslectische kinderen hebben meestal geen moeite met het lezen van de teksten van liedjes die ze tegelijkertijd horen.
TIP:
Zing en/of beluister in de klas of thuis leuke liedjes.
Laat de teksten van de liedjes op het digibord of op je laptop, computer of tablet zien.
De teksten van mijn liedjes staan in de tekstboekjes die in de cd-verpakking zitten.
Op verzoek mail ik je de teksten.
TIP:
Zing altijd zelf mee.
TIP:
Ik verkoop ook de bladmuziek met de teksten en gitaarakkoorden.
TIP Circus Pindasaus
Op de CD Circus Pindasaus staan een liedje over het alfabet en een liedje over de getallen.
Het liedje Aabeecee gaat over het alfabet en de dubbelklanken.
Het liedje Tien kleine hondjes is een aftelliedje van 10 naar 0.
_____________________
INFORMATIE BIJ VAN DE AAP EN DE KIP:
Van de aap en de kip is leesboekje 7 bij Veilig Leren Lezen (1991) van uitgeverij Zwijsen.Kinderen van groep 3 kunnen dit meestal lezen na vier maanden leesonderwijs.
In dit eerste leesboekje staan korte verhaaltjes van meestal twee bladzijden.
Elk verhaaltje is op zichzelf te begrijpen.
In elk verhaaltje gebeurt iets grappigs, spannends of zieligs.
Het zijn eigenlijk een soort fabeltjes.
De verhaaltjes hangen samen, maar kunnen dus ook los gelezen worden.
Elk verhaaltje is zo geïllustreerd dat de grap van de bladzijde op grond van de plaatjes al te begrijpen is.
De zinnen beginnen niet met een hoofdletter.
De zinnen hebben een voorgeschreven maximale lengte.
Elke bladzijde heeft een voorgeschreven maximale hoeveelheid regels.
Ik heb klanken en woorden gekozen uit een door Zwijsen voorgeschreven lijst.
TIPS VOOR LEERKRACHTEN BIJ VAN DE AAP EN DE KIP:
In elk verhaaltje staan veel dialogen.
Elk verhaaltje is uit te spelen.
Lees de tekst van het eerste verhaaltje voor.
Kies daarna een kind dat de aap mag zijn.
Zet een stoel voor de klas.
Lees voor wat 'de aap' moet zeggen.
De aap zegt je na en doet wat de aap op de plaatjes doet.
De aap klimt op de stoel, doet gek, laat zich op de grond vallen en roept hard: 'au!'
Hieronder staat een opsomming van de titels van alle verhaaltjes.
de aap
de aap en de kip
de kip en de zak
de zak en de vos
de vos en de reus
de reus en de kok
de kok en de muis
de muis en de pop
de pop en de duif
de duif en de poes
de poes en de poes
pom en de mug
pom en loek
pom en de tas
pom en de wol
pom en de kat
kim en tom
INFORMATIE
BIJ KIM EN TOM:Kim en Tom is leesboekje 8 bij Veilig Leren Lezen (1991) van uitgeverij Zwijsen.
Kinderen van groep 3 kunnen dit meestal lezen na vijf maanden leesonderwijs.
In dit leesboekje staan korte verhaaltjes van meestal twee bladzijden.
Elk verhaaltje is op zichzelf te begrijpen.
Kim en Tom zijn de hoofdpersonen in dit leesboekje.
In elk verhaaltje gebeurt iets grappigs, spannends of zieligs.
De verhaaltjes hangen samen, maar kunnen los gelezen worden.
Elk verhaaltje is zo geïllustreerd dat de grap van de bladzijde op grond van de plaatjes al te begrijpen is.
De zinnen beginnen met een hoofdletter.
De zinnen hebben een voorgeschreven maximale lengte.
Elke bladzijde heeft een voorgeschreven maximale hoeveelheid regels.
Ik heb klanken en woorden gekozen uit een door Zwijsen voorgeschreven lijst.
TIPS VOOR LEERKRACHTEN BIJ KIM EN TOM:
Lees elk verhaaltje eerst een keer in zijn geheel voor.
In elk verhaaltje staan dialogen.
Voor de regel staat een pictogram van degene die praat.
Pinguïn is de verteller.
Elk verhaaltje is uit te spelen of 'te doen.'
Bij elk verhaaltje kun je als leerkracht een nieuwe Pinguïn, Kim en Tom kiezen.
Hieronder staat een opsomming van de titels van alle verhaaltjes.
Het boek
De bel
Dat is gek
De hut
Tom is ziek
Bak een ei (recept)
De pen
De pet
De vis
De boef
De bal
Kun jij dit ook? (beweegspel)
Het bad
De lijm (knutselen)
De kar
Wat hoort bij wat? (Welke zin hoort bij welk plaatje?)
_____________________
INFORMATIE BIJ MIJN EERSTE VAN DALE:
bevat de 1000 vroegst geleerde woorden uit de actieve woordenschat van kinderen van 2 jaar.
In het boek staan 750 versjes bij 750 plaatjes.
TIP BIJ MIJN EERSTE VAN DALE:
Benoem eerst de plaatjes en lees dan het versje voor.
Later gaan kinderen de versjes spontaan zelf lezen.
De versjes zijn namelijk heel kort, maximaal 4 regels.
TIPS IN MIJN EERSTE VAN DALE:
Voor- en achterin, op de schutbladen van Mijn eerste Van Dale, staan speel- en voorleestips.
Voorin kun je zien hoe je één bladzijde interactief kunt voorlezen.
Achterin hebben we allerlei voorlees- en speeltips bedacht bij één trefwoord/versje/plaatje.
TIP BIJ MIJN EERSTE VAN DALE:
Aan het begin van de pagina waar woorden met een nieuwe letter beginnen, staat steeds een kadertje met de hoofdletter en de kleine letter.
Die gaan kinderen al snel ontcijferen.
Kinderen willen graag versjes horen bij woorden die met dezelfde letter beginnen als hun eigen naam.
Je kunt op vele manieren het boek voorlezen.
Begin ook eens bij de eerste letter van de voornaam van je kind.
INFORMATIE BIJ MIJN DERDE VAN DALE:
Mijn derde Van Dale
bevat 320 samenleesverhaaltjes rondom woorden met meer dan één betekenis.Het is geschreven door Betty Sluyzer en Martine Letterie.
Plezier hebben in de betekenissen van woorden.
En de verschillende betekenissen (leren) kennen natuurlijk.
Dat is waar
Mijn derde Van Dale om draait.
TIP BIJ MIJN DERDE VAN DALE:
Mijn derde Van Dale is het allereerste samenleeswoordenboek voor 6-8 jaar.
De verhalen staan in blauwe en zwarte letters.
Kinderen die net hebben leren lezen kunnen de blauwe regels lezen.
De zwarte regels kunnen voorgelezen of zelf gelezen worden door een gevorderde lezer.
INFORMATIE BIJ MIJN DERDE VAN DALE:
De zelfleesregels zijn steeds blauw.
De letters zijn iets groter dan de zwarte letters.
Ze zijn geschreven voor kinderen die ongeveer een half jaar leesles hebben gehad.
We hebben alleen eenlettergrepige woorden gebruikt.
Alleen eigennamen die vaak voorkomen, hebben soms ook in de zelfleesregels, twee lettergrepen.
Bijvoorbeeld Opa Luk.
TIP BIJ MIJN DERDE VAN DALE:
Natuurlijk kun je het hele verhaaltje eerst zelf voorlezen.
Kinderen die al een beetje kunnen lezen, willen dat graag oefenen.
INFORMATIE BIJ MIJN DERDE VAN DALE:
Op de spreads (twee naast elkaar liggende bladzijden) staan steeds vier verhaaltjes.
Elk verhaaltje is los te lezen en te begrijpen.
Maar je kunt ook alle verhaaltjes achter elkaar (voor)lezen.
Dan is het een lang verhaal.
Alle verhaaltjes op een spread gaan over dezelfde personages.
INFORMATIE BIJ MIJN DERDE VAN DALE:
Bovenaan de pagina's staat het hele alfabet.
De beginletter van de woorden is gemarkeerd.
Op elke linkerbladzijde staan drie verhaaltjes.
Onder het trefwoord staan kort de verschillende betekenissen.
Onder de verhaaltjes staat een horizontale streep.
Daaronder staan simpele definities van de trefwoorden.
Op elke rechterbladzijde staat een langer verhaal bij één trefwoord.
Onder de streep staan drie definities.
Eén van het trefwoord en twee definities van betekenisverwante woorden.
TIPS BIJ MIJN DERDE VAN DALE VOOR LEERKRACHTEN:
Mijn derde Van Dale is een woordenboek.
Wil je iets aan woordenschatuitbreiding doen en aan synoniemen, dan is dit boek daar zeer geschikt voor.
We hebben verhaaltjes geschreven waarin de verschillende betekenissen van het trefwoord op een grappige manier worden uitgelegd.
TIP BIJ MIJN DERDE VAN DALE:
In elk verhaaltje komt het trefwoord in de verschillende betekenissen voor.
Cabaretiers en stand-up comedians maken ook kwistig gebruik van het 'verkeerd' toepassen van een woord.
In veel grappen word je zo op het verkeerde been gezet.
De verhaaltjes is MDVD bevatten uiteraard ook veel grappen en misverstanden.
Lees daarom maximaal één spread per keer voor.
Dan kun je erover doorpraten.
TIP BIJ MIJN DERDE VAN DALE:
Vraag bijvoorbeeld: wat is een boer?
Herhaal het antwoord dat je krijgt in een goede volledige zin.
Vraag dan: wat is een boer nog meer?
Herhaal de antwoorden die je krijgt in volledige zinnen.
TIP BIJ MIJN DERDE VAN DALE:
Lees zelf de zwarte zinnen voor.
Vraag wie een blauwe zin hardop wil lezen.
TIP BIJ MIJN DERDE VAN DALE:
Vraag na het voorlezen of samenlezen: wat ging er nou eigenlijk mis?
TIP BIJ MIJN DERDE VAN DALE:
Zoek achterin op welke verhaaltjes passen bij het thema waarmee je bezig bent in de klas.
WAT LEREN BEGINNENDE EN GEVORDERDE LEZERS ERVAN?
De woordenschat wordt gevarieerder en groter.
We hebben namelijk gekozen voor woorden die in de actieve woordenschat van 8-jarigen zouden moeten voorkomen.
Ze leren ervan dat woorden meer dan één betekenis kunnen hebben.
En dat daardoor veel verwarring en ook veel plezier kan ontstaan.
De trefwoorden worden in een betekenisvolle context, in een verhaaltje aangeboden, meestal ondersteund door een plaatje.
Kinderen leren verhaalstructuren kennen.
Ze krijgen meer tekstbegrip.
We hebben verhalen geschreven die spelen in de wereld van nu.
Verhalen over dingen die echt zouden kunnen gebeuren, maar ook sf en andere fantasieverhalen.
De personages zijn fantasiefiguren.
Er zijn verhaaltjes over apen, skeletten, astronauten, honden, koks, uitvinders, detectives, spinnen, kinderen, boeren, gevangenen, matrozen, aardige en supervervelende mensen, opa's, zussen, broers en nog veel meer.
Ze leren nadenken en omgaan met een woordenboek.
Onder de verhaaltjes staan echte definities, zoals ze ook in het Juniorwoordenboek kunnen staan.
TIPS BIJ MIJN DERDE VAN DALE:
Je kunt het boek van a tot z lezen.
Je kunt thematisch te werk gaan.
Achterin staat een thematische index.
Je kunt een kind een hoofdpersoon laten kiezen, op een plaatje bijvoorbeeld en dan samen het verhaaltje lezen.
Een dubbelzinnig woord dat jij of een kind gebruikt, kan ook het uitgangspunt zijn.
TIP BIJ MIJN DERDE VAN DALE:
Een andere leuke manier om met het boek te werken:
Kies een trefwoord.
Vraag het kind wat het woord betekent.
Voorbeeld: Weet jij wat melig betekent?
Praat daarover samen en leg de betekenissen uit
1. op je eigen manier
2. aan de hand van het plaatje
3. aan de hand van de definitie
Lees daarna het verhaal of het versje voor.
TIP BIJ MIJN DERDE VAN DALE:
Praat door over trefwoorden.
Als je bijvoorbeeld uitgelachen bent na dit verhaal over melig, vraag dan: Weet je nu wat melig is?
De pret zit er onder andere in, dat kinderen doorkrijgen dat je de verschillende betekenissen in de verkeerde situatie kunt gebruiken.
TIP BIJ MIJN DERDE VAN DALE:
Kijk op de pagina van Mijn derde Van Dale voor nog meer informatie over het boek.
_____________________
Mik is dikgaat over olifanten. Jap is op Joz gaat over apen.
Po was een muisgaat over muizen.
INFORMATIE BIJ MIK IS DIK, JAP IS OP JOZ EN PO WAS EEN MUIS:
Elk boek bestaat uit drie delen. Het eerste deel is geschreven in AVI Start. Blauw balkje. Het tweede deel in AVI M3. Blauw balkje. Het derde deel in AVI E3. Groen balkje.
Het leuke is, dat kinderen die eigenlijk volgens de leestest AVI Start lezen, doorlezen in dit boek, omdat ze de verhaaltjes en de plaatjes zo grappig vinden. Nu hebben we de kinderen precies waar we ze hebben willen: ze lezen uit plezier en gaan steeds moeilijker woorden herkennen en lezen. Door de woorden onder de pictogrammen te zetten, krijgen ze ook zonder enige moeite het woordbeeld te pakken van woorden die eigenlijk horen bij AVI M3-M4. Ik heb al tientallen keren kinderen van groep 3 laten voorlezen uit een lees-weet-boek. Ze lezen de pictogramwoorden moeiteloos voor en doen als vanzelf de bewegingen van de hoofdpersonen na.
Elk lees-weet-boek is een eerste leesboek. *Het is een prentenboek voor beginnende lezers. *Het is een dik boek. *Het is een leerzaam boek. *Het is een superleuk boek. *Je kunt er heel kort in lezen. *Je kunt er lekker lang in lezen. *Je kunt er van alles mee doen. Elk lees-weet-boek is een bijzonder boek. *Het is helemaal in kleur gedrukt *met prachtige tekeningen van Pauline Oud *een boek op drie niveaus: AVI Start - E3 *met pictogrammen, maar met de woorden eronder *sommige woorden horen bij AVI E5, maar zijn door de pictogrammen leesbaar voor kinderen uit groep 3 *met verhaaltjes *met spelletjes als ‘zoek de verschillen’, recepten en versjes *met knip- en kleurplaten *met weetjes, dus zakelijke informatie *op elke bladzijde een verteller (Tuk) en dialogen *elke bladzijde is uit te spelen *elke spread is op zichzelf te begrijpen
TIPS BIJ MIK, JAP EN PO:Het verhaal wordt verteld door Tuk.
Op elke spread ( twee bladzijden) vertelt Tuk een stukje.
Daarna praten de personages met elkaar.
Als je snel moe van lezen wordt, kun je dus ook sommige stukjes lezen en andere stukjes overslaan.
Of bijvoorbeeld maar twee bladzijden lezen.
Elke spread is een afgerond geheel en dus op zichzelf te begrijpen.
TIP BIJ MIK, JAP EN PO:
Het boek staat vol recepten, zoek-, knip- en kleurplaten.
Kopieer deze en laat de kinderen de opdrachten uitvoeren.
TIP
BIJ MIK, JAP EN PO:
De dialogen en het Tuk-stukje zijn ook leuk na te spelen.
TIPS BIJ MIK, JAP EN PO:
Elke leerkracht wil boeken voor kinderen toegankelijk maken.
Dat wil ik natuurlijk ook als schrijver.
De lees-weet-serie heb ik ook daarom op een speciale manier opgebouwd.
Als je de drie verhalen op onderstaande manier aanbiedt, gaan kinderen lezen leuk vinden.
Dat weet ik zeker!
Hieronder een volgorde die je zou kunnen toepassen in de klas:
1. Lees het eerste verhaal voor. Als er een pictogram staat van bijvoorbeeld Jap, lees dan: Jap zegt:
2. Laat tijdens het voorlezen per spread de plaatjes zien. Dat doen jullie natuurlijk altijd al.
3. Speel per spread het verhaal uit. Elke spread kan door drie andere kinderen gespeeld worden. Zeg de tekst voor en vertel wat de kinderen moeten doen.
4. Laat steeds drie kinderen een spread voorlezen.
5. Laat de kinderen het boek stillezen.
6. Teken, trek over en kleur met de spelletjespagina’s.
7. Doe de dansjes, de doe- en bewegingsspelletjes en de versjes klassikaal.
8. Lees de zakelijke informatie op de Weet je dit al?-pagina’s voor.
TIPS Stillezen, hardop lezen, alleen lezen, samen lezen:
1. Iemand leest voor zichzelf in het boek.
2. Iemand zoekt een woord op en leest het voor.
3. Iemand leest één regel voor.
4. Iemand leest alle tekst van één personage voor.
5. Iemand leest de tekst van een bladzijde voor.
6. Iemand leest de tekst van twee bladzijden voor.
INFORMATIE BIJ MIK IS DIK, JAP IS OP JOZ EN PO WAS EEN MUIS:
Elk lees-weet-boek bestaat uit
*een verhaaltje van 12 pagina’s met veel dialogen
*spelletjes, die de leesvaardigheid bevorderen
*weetjes/zakelijke informatie over de hoofdpersoon
TIP BIJ MIK IS DIK, JAP IS OP JOZ EN PO WAS EEN MUIS:
Boven elk lang woord staat een pictogram.
Maar het woord staat er wel onder. Zo snap je altijd wat het pictogram voorstelt en je leert uit nieuwsgierigheid lange woorden lezen.
Lees het boek samen.
Wijs elk pictogram aan en vertel welk woord eronder staat.
Al snel gaat je kind dat ook doen.
INFORMATIE BIJ MIK IS DIK, JAP IS OP JOZ EN PO WAS EEN MUIS:
In mik is dik heb ik de naam van de olifant met een kleine letter geschreven.
In Jap is op Joz heb ik ervoor gekozen alleen de namen van de apen met een hoofdletter te schrijven.
De naam Joz eindigt bewust op een z.
In het Nederlands komen weinig woorden voor die eindigen op een z.
Maar tegenwoordig zijn er wel veel kindernamen, die op een z eindigen.
De meeste kinderen weten dat hun naam met een hoofdletter geschreven wordt.
Vanaf een jaar of 3 herkennen kinderen de eerste (hoofd)letter van hun naam in alle mogelijke lettertypes.
_____________________
INFORMATIE BIJ HET ABC VAN TUK
Het boek is bedoeld voor alle kinderen en grote mensen die (leren) lezen en schrijven en willen weten welke letters bij welke klanken horen in het Nederlands.
In het boek vind je:
* de kleine letters en de hoofdletters van ons alfabet, van a tot en met z.
* klanken, dubbelklanken en lettercombinaties, van aa tot en met uu.
* cijfers en getallen, van 1 tot en met 20.
Het abc van Tuk is helemaal in kleur gedrukt.
Bovenaan elke bladzijde staat steeds het hele alfabet.
De letter van de bladzijde is gekleurd.
Bij elke letter staan drie plaatjes van dingen/personen.
Naast de plaatjes staan de woorden.
Bij elke letter staat een gek versje waarin de letter op allerlei manieren verklankt wordt.
INFORMATIE EN TIPS BIJ DE VERSJES:
Ik heb de versjes zo geschreven dat kinderen er zich iets bij voor kunnen stellen.
Het ontwikkelt hun fantasie.
Laat ze bijvoorbeeld een tekening of een ander knutselwerk of tableau vivant maken van wat er in het versje gebeurt.
Vraag erover door: Acht lange giraffen... Staan ze in een rijtje, naast elkaar of in een rondje?
Waar zijn ze eigenlijk?
Hoe gaan ze het café in?
En eten ze die appelflappen met hun tong of met mes en vork?
Hoe?
Verzin jij het eens?
INFORMATIE EN TIPS BIJ DE CIJFERS IN HET ABC VAN TUK:
In Het abc van Tuk staan ook de cijfers 1 tot en met 20.
Achter de cijfers staan steeds de bijbehorende woorden.
Bij het cijfer 19 staan voor het getalsbegrip 19 neushoorns afgebeeld.
Het getal en het zelfstandig naamwoord allittereren.
De eerste klank (klinker of medeklinker) is steeds hetzelfde.
Weet je nog meer woorden met dezelfde beginletter?
Dus... negentien navels en negentien n...
Twintig tanden en twintig t...
INFORMATIE EN TIPS BIJ HET ABC VAN TUK:
Het abc van Tuk is in je eentje te gebruiken als opzoekboek.
Maar ook samen met een goede lezer kun je veel lol hebben met dit boek.
De voorlezer kan het gekke rijmpje voorlezen.
De 'beginnende' lezer hoeft niet zelf te lezen.
Hij of zij zoekt alleen de (gekleurde) letter van de bladzijde.
_____________________
INFORMATIE BIJ DE ABC POSTER:
Op d
e abc poster letters en dubbelklanken staan de letters van het Nederlandse alfabet en de meest gebruikte dubbelklanken.Bij elke letter staat een plaatje dat met die klank begint of waar die dubbelklank in voorkomt.
De poster past bij:
- Het abc van Tuk
- Het grote letter- en cijferspel van Tuk
- Het grote abc van Tuk
- Het grote beroepenboek van Tuk
- Het grote cijferboek van Tuk
- Het grote verkeersboek van Tuk
TIPS BIJ DE ABC POSTER:
- Snijd of knip de A2 poster doormidden.
-
Lamineer/plastificeer de posterhelften.- Bij aankoop krijg je van mij een woordenlijstje bij de plaatjes via de mail.
_____________________
INFORMATIE BIJ DE ABC BOEKENLEGGER:
Op d
e abc boekenlegger staan de letters van het Nederlandse alfabet en de meest gebruikte dubbelklanken.Bij elke letter staat een plaatje dat met die klank begint of waar die dubbelklank in voorkomt.
Op de ene kant staan de letters van het alfabet met plaatjes.
Op de andere kant staan de dubbelklanken met plaatjes.
Ik heb deze boekenlegger gemaakt als steuntje in de rug voor kinderen die leren lezen.
De abc boekenlegger past bij:
- Het abc van Tuk
- Het grote letter- en cijferspel van Tuk
- Het grote abc van Tuk
- Het grote beroepenboek van Tuk
- Het grote cijferboek van Tuk
- Het grote verkeersboek van Tuk
- De abc poster letters en dubbelklanken
TIPS BIJ DE BOEKENLEGGER:
- Lamineer/plastificeer de boekenlegger.
- Bij aankoop krijg je van mij een woordenlijstje bij de plaatjes via de mail.
_____________________
AVI E3-E4
6 verhalen over Superkat
Superkatomnibus 1: De boze buurman
Superkatomnibus 2: Muizen op school
De boze buurman en Hond gevonden
Een gebroken pootje en Opa is weg
Een nieuw huis en Muizen op school
INFORMATIE
OVER DE SUPERKATSERIE:AVI M4
De Superkatverhalen zijn geschikt voor kinderen die voorbij het aanvankelijk lezen zijn.
Eind groep 4 zouden ze de verhalen vlot moeten kunnen lezen.
Om de kinderen te ondersteunen heb ik de verhalen ingedeeld in korte hoofdstukken.
Er staan veel leuke illustraties in.
Elke bladzijde is op zichzelf te begrijpen.
Je hoeft niet verder te lezen.
Uiteraard mag het wel.
Er staan veel dialogen in.
TIPS BIJ DE SUPERKATSERIE:
Praat na over een bladzijde of een hoofdstuk als je dat hebt voorgelezen.
Vraag na het voorlezen van een verhaal af en toe naar het verband tussen de gevoelens van de hoofdpersonen en de gevoelens van de kinderen die voorgelezen worden.
In Superkat
omnibus 1 en 2 komen de volgende verhalen voor:
Een nieuw huis
De
boze buurman
Een
gebroken pootje
Opa
is weg.
Hond
gevonden.
TIP:
Bij de Superkatserie en de Superkatomnibussen zijn ook leuke posters van de omslagen gemaakt.
Als je de posters plastificeert, kun je ze nog jaren achtereen gebruiken.
Kijk voor posters in het hoofdstuk Posters.
TIPS BIJ DE
SUPERKATSERIE:
TIP DE SCHRIJVERSCENTRALE
Via De Schrijverscentrale kunnen kinderopvangorganisaties, scholen en bibliotheken een prentenboekenmaker of kinderboekenschrijver uitnodigen.
Je kunt mij uitnodigen voor een voorleesvoorstelling voor baby's, peuters, kleuters en groep 3.
Met veel liedjes en knuffels.
https://www.deschrijverscentrale.nl.
BETTY SLUYZER STELT ZICH VOOR VIA DE SCHRIJVERSCENTRALE
© Betty Sluyzer