groepsbezoeken, klassenbezoeken, schoolbezoeken en voorstellingen

GROEPSBEZOEK TIJDENS BOEKSTART, IN DE KINDEROPVANG OF OP DE BASISSCHOOL

Betty doet allerlei activiteiten met de kinderen tijdens de groepsbezoeken, de klassenbezoeken, de schoolbezoeken en de voorstellingen.

Activiteiten voor baby's en hun ouders

De baby's bij mama of papa op schoot kunnen:

*aanwijzen

*een knuffel vasthouden

*een knuffel in de mond steken

*naar plaatjes en boeken kijken

*naar knuffels en voorwerpen kijken

*naar het voorlezen luisteren

*naar liedjes luisteren

*naar Betty kijken

*Betty nadoen en imiteren

*de emoties van de ouders voelen

*bewegen

De ouders kunnen:

*de handjes van de baby bewegen

*het lijfje van de baby aanraken en masseren

*de baby bewegen: bijvoorbeeld optillen en langs hun benen naar beneden laten glijden

*zelf dansen en bewegen zodat de baby meebeweegt

Activiteiten voor peuters en kleuters

De peuters en de kleuters kunnen

*aanwijzen

*lekker luisteren naar boeken en liedjes

*meezingen

*meerijmen en hun woordenschat vergroten (Mijn eerste van Dale, Mijn tweede Van Dale en Mijn derde Van Dale)

*dansen (Dansen Springen Buigen)

*gymmen met de wilde dieren (Wilde Beestenboel)

*doktertje spelen met Tijn en de beer (Tijn en de dokter)

*kunstjes doen met de drie haasjes (Drie haasjes gaan slapen, Drie haasjes op de wc, Drie haasjes gaan eten)

*meedoen met de pietengym (Thuis bij Sinterklaas, Sinterklaas en Pierewiet)

*auto’s kijken en motorrijden (Tijn op de fiets en Alle auto’s staan stil)

*hun eigen lichaam leren kennen (Billen buikje Benen)

*smikkelen met Hup en Hap (Smakelijk eten, Hup en Hap)

*leren tellen met Muis Jelle en Tuk (Tellen met Muis Jelle en  Het grote cijferboek van Tuk)

*spelen met taal, klanken en letters (Het (grote) abc van Tuk)

*meerijmen en namen leren van kleuren (Het kleurenboek van Max en Kaatje)

*optocht lopen en meedansen met de grote knuffelkoe (Waar gaat die koe naar toe?)

Betty introduceert een nieuw boek meestal met een knuffeldier.

Sommige boeken leest ze helemaal voor.

Uit andere laat ze alleen een paar bladzijden zien.

Betty zingt één of meer van haar eigen liedjes die passen bij het boek.

Daarna doet ze samen met de kinderen een (bewegings)spelletje of dansje.
Betty neemt altijd tassen vol attributen mee: grote platen, varkentjes, haasjes, een olifant, een dokterskoffer en nog veel meer.

De kinderen mogen meedoen, meehelpen, meepraten, meezingen, meebewegen, gebaren maken, rijmpjes opzeggen.

Hup en Hap en de drie haasjes

Als de leidsters/leerkrachten van tevoren Tik, Tik wie ben ik? voorlezen, of voorlezen uit Het grote beroepenboek van Tuk, kunnen de kinderen de dag dat Betty komt, verkleed op de speelzaal/ op school komen.

Betty raadt dan wie/wat ze zijn.

Groep 3, 4, 5, 6 en 7
De kinderen van groep 3, 4, 5, 6 en 7 kunnen
*nieuwe woorden leren, meer betekenissen van een woord leren (Mijn eerste van Dale, Mijn tweede Van Dale en Mijn derde Van Dale)

*spelen met taal, klank, rijm en letters (Het (grote) abc van Tuk)

*toneelspelen, dansen en leren lezen met mik, de olifant en Jap, de aap (Mik is dik en Jap is op Joz)
*toneelspelen met de aap, de kip en de vos (Van de aap en de kip)
*adem inhouden/snorkelen met Gideon (Monstervissen)
*goed articuleren, lichaamstaal en gebarentaal doen (De Buitenboordclub en Mag ik meedoen?)
*oefenen met ninjatechnieken (Juf Ninja valt in)
*goochelen (Het Slaapfeest)

*discussiëren over goed en fout, normen en waarden (Vet cool - Foute boel)
*zich opwarmen voor een toets door te rappen (Yo... Yo... De Toets gaat zo!)

*zich laten fotograferen, gekke collages maken (De Klassenfoto)

*leren tellen en rekenen op rijm (Het grote cijferboek van Tuk)